In de wijkkrant Thuis in Stadspolders & Dubbeldam, oktoberuitgave 2021) verscheen onderstaand interview van Kees-Jan Visser.
Docent, dichter en muzikant Job Degenaar:
‘Warme herinneringen aan Dubbeldam’
Job Degenaar (1952) komt af en toe nog terug in Dubbeldam, het dorp waar hij de eerste achttien jaar van zijn leven met veel plezier doorbracht. Zijn vader Louis Degenaar was er huisarts, net als diens grootvader. Job koos echter een ander pad. Een pad vol muziek en poëzie. Bij de Dordtse uitgeverij Liverse kwamen recent weer twee dichtbundels van hem uit. “Ik ben altijd aan het schrijven. Zelfs naast mijn bed ligt altijd een notitieblokje klaar, voor het geval ik een nachtelijke ingeving krijg.”
Dubbeldam was nog een zelfstandig dorpje in de polder toen Job er rondbanjerde. “Het was een prima plek om op te groeien”, vertelt hij. “We woonden aan de Burgemeester Jaslaan, waar mijn vader zijn huisartsenpraktijk had. Ik herinner me dat ik met hem op patiëntenbezoek ging. Prachtig vond ik dat. In Dubbeldam, maar ook in Dordrecht en soms in de Biesbosch. Dan legden we het laatste stukje naar de patiënt af in een bootje. Mijn vader was ook jarenlang secretaris van de landelijke huisartsenvereniging en was betrokken bij de oprichting van de lokale EHBO-vereniging. Mijn voorouders, vooral van mijn vaders kant, waren ook huisarts. Het lag dus wel een beetje in de lijn der verwachtingen dat ik dat ook zou worden. Mijn belangstelling lag echter op een ander vlak.”
Muziek en meisjes
Het waren de jaren zestig. De populaire muziek maakte een ongekende bloeitijd door. “Bob Dylan, Donovan, Pink Floyd. In Dordrecht The Zipps. Ik vond het allemaal prachtig. Net als de meisjes.” Zijn ouders vonden dat hij dermate veel belangstelling had voor deze ‘bijzaken’, dat ze hem in ’67 drie jaartjes naar een christelijk internaat in de bossen van Zeist stuurden om hem een beetje discipline bij te brengen. Maar ook omdat de boslucht een positief effect had op zijn astmatische klachten. “Toen ik terugkwam, stond ik voor de keuze: met mijn gitaar naar het conservatorium of Nederlands studeren.” Hij koos voor het laatste; Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In zijn studententijd deelde hij voor het eerst twee gedichten tijdens een gedichtenwedstrijd. “Er werden zulke aardige dingen over gezegd dat ik het als stimulans zag om door te gaan.”
Exotische plekken
Na zijn studie gaf Job les op een middelbare school in Hoofddorp en avondonderwijs in Lelystad. “Op een gegeven moment heb ik volledig gekozen voor taalonderwijs aan volwassenen, vooral aan anderstaligen. Dat politieagentje spelen was niet aan mij besteed.” Naast het lesgeven bleef Job gedichten schrijven en publiceren. In de loop der tijd verschenen van zijn hand meer dan een dozijn dichtbundels en drie uitgaves met proza. En ook het muziek maken bleef een rode draad in zijn leven. “Soms neem ik mijn gitaar mee naar optredens. Dan kan ik het voordragen van gedichten combineren met wat liedjes.” Dat optreden deed Job niet alleen in eigen land, maar ook op allerlei exotische plekken over de hele wereld, waar hij congressen bezocht vanwege zijn betrokkenheid bij PEN, een organisatie die wereldwijd opkomt voor schrijvers in landen waar de vrijheid van meningsuiting onder druk staat.
Handkussen en haiku’s
Heldere, toegankelijke poëzie, met een zweem van mysterie. Zo valt Jobs werk te typeren. Of zoals Adriaan Jaeggi het in Het Parool formuleerde: ‘Degenaar schrijft heldere suggestieve poëzie die een groot publiek zal aanspreken’. De vierde, herziene druk van ‘Handkussen van de tijd’, recent uitgebracht bij Liverse, geeft een mooi beeld. “Deze bundel bevat een ruime keuze van 35 jaar poëzie uit mijn eerste zeven bundels en een afdeling ‘Ongebundeld’ met werk dat elders verscheen en in een enkel geval in portefeuille bleef.” Wie meer houdt van (zeer) kort en krachtig kan het eveneens recent verschenen ‘Bijeengezwegen’ openslaan, een bloemlezing van korte gedichten in de vorm van onder meer haiku’s en tanka’s. Ze zijn verkrijgbaar bij de boekhandel en bij de Dordtse uitgeverij Liverse (verkoop@liverse.nl). Voor meer informatie over de schrijver: www.jobdegenaar.nl.
Ouderlijk huis*
Zo broos jonge baksteen
in een wei vol ervaring, de koeien
keken daar dwars doorheen
Vader, ons huis ging pas leven
toen het vee verdween en er perken
kwamen en paden van steen
Zo wit de muren nu, zo rood de rozen
langs de borders, waar toen het prikkeldraad
de grens markeerde met fijne plukjes wol
Soms vind je tussen de struiken nog
een poppenarm, een lekke bal
of ruikt ‘t er weer naar jongenspies
Dichtgegroeid tegen de buitenwereld
is het als vroeger, maar omgekeerd:
het huis werd wei en wij verweid
Om het huis wiegen nu populieren
duwen katten hun rug
in je hand
* Huis aan de Dubbeldamse Jaslaan
De kunst van het dichten
Ik geloof in het paardenbloempluisje
waaraan je je vertilt als je het vangen wil
en dat je in een zucht wegblaast
zodra het je verveelt
Dat zoveel ruimte aan je laat
dat het er bijna niet is als het er is
maar dat met fijne weerhaakjes
toch de aarde aan zich bindt
Voor het originele interview, inclusief kiekjes uit het verleden, lees de wijkkrant Stadspolders & Dubbeldam, nr. 33 (oktober 2021):