Zo

20

oktober

Een reünie van internisten

Het Christelijk Jongensinternaat te Zeist

Rek de bijgaande foto van de benedengang, genomen tijdens de reünie, uit en u ontwaart de schim van een internist aan het eind van de gang.

 

 

Op 19 oktober 2019 vond een bijzondere reünie plaats van het Christelijk Jongensinternaat en het Meisjesinternaat Pavia in Sociëteit Woudschoten te Zeist. Van 1967-1969 verbleef ik op het Christelijk Jongensinternaat te Zeist, een periode waarin traditie en oude waarden gingen wankelen. Enerzijds was het verplichte uniform van blauwe blazer met badge, internaatsdas, grijze broek en bruine of zwarte Brogues verplicht; anderzijds slopen de Beatles, Pink Floyd en daarbij passende culturele uitingen en habitus binnen, waarmee het oorspronkelijke gedachtengoed naar het voorbeeld van de Engelse boarding schools in conflict kwam.  De meeste jongens zaten daar doordat hun ouders in andere werelddelen woonden. Het ging vooral om regeringsdiplomaten en hoge functionarissen bij grote concerns, waardoor de ontmoetingen met velerlei culturen die de jongens meebrachten eye-openers waren die op mijn 'normale' middelbare scholen ontbraken. Een boeiende periode in een bevoorrechte omgeving, al was ook daar niet alles rozengeur en maneschijn. De ontmoetingen met oude vrienden van toen doen na ruim vijftig jaar gek genoeg nog altijd vertrouwd aan. (JD)

 

 

Interne notities (jongensinternaat, jaren zestig)

 
1
 
Een bolwerk tegen verloedering was het
geleid door ’s heren herders, dat met
orde, kuisheid en verbroedering
ons kneedde tot fine fleur
 
eensgezind keerden we ons af
van de wereld die voor alles boog
tot ook ons eigen fundament ging
kraken in de wurggreep van de tijd
 
We stonden daar met stropdas
blazer en grijze broek: als wezen
gesterkt door elkaar, de wereld
zou nog van ons horen
 
de ontzaglijke, achter de oprijlaan
die lag te wachten als een hyena
Hij had geen haast: in onze ogen
was de doodsstrijd zichtbaar
 
2
 
’s Nachts broeiden de meiden
daartegen hielp geen sport
We zouden ze wel, dachten we
namen ze mee de bossen in
sloten weddenschappen
de blazer werd het zondekleed
 
Iets botste toen in ons
stelde tot afstel uit:
ze bleken een hart te hebben
dat klopte, een lichaam dat
nog niet klaar was, sluimerend
landschap dat te kijk lag in de zon
 
En wij maar snoeven over

de kwaliteit van al dat fruit

 

3

 

In de geeuw van zo’n zondagmiddag

was het biljart vroeg oud geworden

van koers bepalen, scoren en falen

 

evenwijdig met  de keu helde je blauwe

blazer over, in die dagen was hartstocht

voor  de helden op ’t hockeyveld

 

Kom, lieve ouders, dachten we dan

haal ons op, desnoods voor een de roes

van een exclusief diner

 

draai de oprijlaan in

nader stil, rem soepel

op het grint en wuif

 

Maar breng ons terug, neem afscheid

met tegengestelde, even

soepele gebaren

 
 
Uit: Van de arena en het lastdier (1995)
 
 

 

Het voormalige Christelijk Jongensinternaat, tegenwoordig Bijbelschool De Wittenberg

 

Het Christelijk Jongensinternaat was een christelijk internaat dat van 1909 tot 1980 bestond. Het grootste deel van zijn bestaan was het gevestigd in Zeist.

Het Christelijk Jongensinternaat werd in 1909 in Zetten (Betuwe) gesticht als tehuis voor zonen van predikanten en medici. Het was onderdeel van de Vereeniging voor Christelijk Hooger en Middelbaar Onderwijs, een van de vele christelijke filantropische instellingen in Zetten die waren ontstaan. Oprichters waren ds. W. Bieshaar (predikant te Zetten), ds. A.W. Ippius Fockens (predikant te Hemmen) en dr. H.A. Weststrate (directeur van de Christelijke Normaalschool voor onderwijzeressen te Zetten).

De eerste regent was Daniël Koets die het jongensinternaat samen met zijn vrouw leidde. Koets werd in 1913 opgevolgd door ds. H. van Dijk, door de jongens 'de Do' genoemd. In 1917 werd door het internaatsbestuur besloten naar Zeist te verhuizen. 

Van 1918 tot 1922 verbleven de internisten in een zijvleugel van Slot Zeist. Het curatorium van internaat en school werd vanaf 1919 voorgezeten door de gereformeerde voorman Hendrikus Colijn (ARP-politicus en later minister-president van vijf kabinetten). In die periode verrees een internaatsgebouw aan de Krakelingweg en werd in de buurt daarvan het Christelijk Lyceum aan de Lyceumlaan gebouwd. In 1922 kon van het Slot verhuisd worden naar de Krakelingweg. In het nieuwe internaatsgebouw konden aanvankelijk 50, later 81 'internisten' in een eigen kamer wonen. Ds. Van Dijk overleed in 1926 aan de gevolgen van leukemie. Het jaar erna werd hij opgevolgd door ds. G.W.C. Vunderink.

Formeel is in 1980 het Jongensinternaat Zeist, dat toen geleid werd door oud-marineman C.Ph. van Dulm gesloten. In het cursusjaar 1980-1981 werd het instituut voortgezet aan de Krakelingweg onder de naam De Nieuwe Weg. De leiding was overgenomen doorvdrs. Guido Wiersma. In 1981 is het internaat in gemengde vorm voortgezet op landgoed De Hoogt in Maarn onder de naam Internaat De Hoogt. Dit internaat bouwde voort op de waarden uit de Zeister periode en heeft tot 1999 bestaan.

Het internaatsgebouw aan de Krakelingweg is tegenwoordig grotendeels in gebruik bij Bijbelschool De Wittenberg, voorheen de Reformatorische Bijbelschool. Ook deze opleiding is een internaat. 

 

Bron: Wikipedia