Foto: Vera Seppion
Dichteres Annmarie Sauer werd op 30 april geboren in Dayton, Ohio, groeide op in Antwerpen en overleed op 20 oktober in Oosterloo. Ze was gefascineerd door de Indiaanse cultuur, schreef daarover boeken en vertaalde enkele Indiaanse dichters. Lange tijd keerde ze bijna jaarlijks terug naar haar geboortegrond.
Ik kende haar via het PEN-werk. Wij bestuurden beiden het actieve Writers in Prison Committee, zij voor PEN Vlaanderen, ik voor PEN Nederland. Annmarie was een warme persoonlijkheid, een goede vertaalster en dichteres en een bevlogen activiste, met name voor vervolgde schrijvers. Ze vertaalde ook een deel van mijn poëzie naar het Engels. Het was een genoegen met haar samen te werken. Samen zetten we ons o.m. aan de Nederlandse versie van een indrukwekkend gedicht, getiteld 'Je wacht op mij met 't stof', van de Chinese gevangen Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo, vanuit een geautoriseerde Engelse versie van Zheng Danyi, Shirley Lee en Martin Alexander. Liu had het opgedragen aan zijn vrouw Xia, die in dezelfde tijd dat hij gevangen zat, huisarrest had. Het gedicht verscheen o.m. in Standaard der Letteren (dagblad De Standaard, 15.11.2013) en in een artikel van PEN Nederland in Tirade (april 2023).
Je wacht op mij met ’t stof / Liu Xiaobo
– voor mijn vrouw, die elke dag wacht
niets rest je in jouw naam, niets
dan op me te wachten, samen met het stof van ons thuis
al die lagen
bijeen, overlopend, in geen hoek
wil je de overgordijnen opentrekken
de roerloosheid van het licht verstoren
boven de boekenplank is het met de hand
geschreven etiket verstoft
op het tapijt ademt het patroon het stof in
als je de pen graag een stofpunt wilt geven
wanneer je me een brief schrijft
worden mijn ogen door pijn gestoken
je zit daar de hele dag lang
durft niet te bewegen
uit angst dat je voetstappen het stof zullen vertrappen
je probeert je adem in te houden
en gebruikt de stilte om een verhaal te schrijven.
In ogenblikken als deze
is het verstikkende stof
de enige bondgenoot
jouw visie, adem en tijd
doordringen het stof
in de diepte van je ziel
wordt de tombe centimeter na centimeter
vanaf de voeten opgestapeld
komt tot aan de borst
staat tot aan de keel
jij weet dat de tombe
je beste rustplaats is
waar je op me wacht
zonder bron van angst of paniek
daarom verkies je stof
in het donker, in kalm verstikken
wachtend, wachtend op me
je wacht op me met stof
en weigert zon en werveling van lucht
laat het stof je maar helemaal begraven
laat jezelf maar inslapen in ’t stof
tot ik terugkom
en jij wakker wordt
en het stof afveegt van je huid en je ziel.
Een wonder – ontwaakt uit de dood.
(Vertaling Annmarie Sauer en Job Degenaar, vanuit een geautoriseerde Engelse versie van Zheng Danyi, Shirley Lee en Martin Alexander)
Annmaries eigen poëzie, soms in miniatuurvorm, is vooral beeldend, waarin thema’s als reizen, eindigheid versus oneindigheid, ontheemd zijn, onrecht en ander engagement een grote rol spelen. Haar tweetalige dichtbundel Traces – Sporen (World internet Books, Duisburg/Rhein-Antwerpen 2012) sluit af met een cyclus ‘Landschappen’, waarvan het slotakkoord een gedicht is dat de fundamentele eenzaamheid van menselijk bestaan verwoordt. Niet de rots is het die zoekt, maar de zee eromheen, waarbij de rots een metafoor is voor de ik-figuur. Het gedicht sluit fraai af met een foto die alsnog haar bestaan bewijst: daar staat ze, een vrouw aan het water, met de kanttekening dat zij evenmin grip heeft op de toekomst.
De tijd verbroken
ben ik ongezien
zie ook mezelf niet meer
noch het leven
dag na dag
opgericht
rots
in zoekende zee
Een passant neemt
een foto
en zie
warempel een mens
op de rand van water
een vrouw verblind nog
voor later