Portugese notitie
Bij het roodbetegelde terras
de nog ingekeerde parasol
is een prille processie gaande van trage
reuzenmieren, strootjes torsend
als karabijnen, op weg naar hun nest
tientallen meters hiervandaan
met overal rondom
precies dezelfde strootjes
Daar gaat hun fiere stoet, bij de poort verwelkomd
door hun wachters, drijven in mijn ogen
Stille kompanen
De oude goudvis en ik zijn thuis
veroordeeld tot elkaars omlijsting
hij hangt in z'n kom, ik in de kamer
soms doet hij de ronde of scharrelt
tussen kiezels terwijl ik zit, wat
loop en rommel met papier
Maar bij de strooival komen we
samen, dan kapseist hij omhoog
brengt beroering en hapt toe
voor ik me terug naar mijn luchtruim
spoed en hij, met staartslag
naar zijn diepte
Gewoontedieren
Kijk aan, de duiven, en maar zaden
pikken, zogenaamd, op de plek
waar het vogelhuisje stond
Süßhunger? vraag ik wantrouwig
Nee nee, houden ze aan, of ik toch
écht maar wat wil halen
maar wel in die alpenhut op stok
want zo op het helle poezengras
is vragen om ellende
en ja hoor, na het zomermaal
wordt ook de balkonscène opgevoerd:
snavelvrijen, wip en kreet
Niets wat ons bindt, klapwieken ze weg
we gaan waar we gaan en jóu lukt dat niet
daarom geef je ons te eten
Grote bek, hè, kijk ik ze na
en straks zeker weer poeslief zijn
als er duifhoog sneeuw ligt op m’n alm
Overdracht
Ziehier, gedierte, het wegennet: take it
voortaan gaan vierhoevigen voor
in ons blikken imperium volgen wij
op gepaste afstand paard en ezel
wispelturige fazanten krijgen
hulp van klaar-overs en continu
paraat staat een traumahelicopter
voor de eend, egel, slak en worm
Ook elders humanere voorschriften:
duiven mogen ons geschonden gelaat
bevuilen en de gehate vlieg kan vrij
de horlepiep dansen boven bederf
Geen van onze koddige soort
kwam jullie gratie ooit nabij
ontsteeg zichzelf zo moeiteloos
als bijvoorbeeld de atalanta