Za

23

november

Literair tijdschrift Ballustrada 33/4-5

Ballustrada is oorspronkelijk van Zeeuwse komaf, maar heeft inmiddels zijn grenzen verlegd tot de rest van Nederland en Vlaanderen. Het kent vaste rubrieken, zoals Optima Forma, Taal Ver Taal en Laaglandse Poëzie en bevat werk van Zeeuwse dichters als Johan Everaers, Jan J.B. Kuipers, André van der Veeke, Thom Schrijer en de naar Brabant uitgeweken Kees Hermis, maar ook werk van o.m. Tsead Bruinja en Jabik Veenbaas. 

Bert Bevers stelde de 25ste aflevering van portfolio Laaglandse Poëzie samen, met gedichten over De Limburgen, met o.a. werk van Chrétien Breukers, Frans Budé, Philippe Cailliau, Marleen de Crée, Albert Hagenaars, Joris Iven, Ton van Reen, Herman Rohaert, Bart Stouten, Wim van Til en Miel Vanstreels. 

Ook besteedt Ballustrada altijd aandacht aan beeldende kunst, deze keer van Jorieke Rottier. 

Willem G. Westeijn vertaalde voor de rubriek Taal Ver Taal poëzie van de hier nauwelijks bekende Russische dichter Leonid Aronzon, die in 1970 jong overleed. Columnist Minor rekent af met de politieke fratsen van de Dichter des Vaderlands. Pieter Sierdsma en Reinold Widemann behandelen in hun essays respectievelijk de ongelijke grootheden Bob den Uyl en J. L. Borges. Widemann, die in Ballustrada debuteert, levert een verhaal af met de verontrustende titel 'Plassen op het graf van koning Borges'.

Verhalend proza komt van onder anderen Britte van Meurs, Jan Roosen en Frank Roger, dichterlijke bijdragen van J. Holtrigter (plus collage), Job Degenaar, Thom Schrijer en anderen. Renaat Ramon gaat langdurig in gesprek met K. Schippers en André van der Veeke besteedt aandacht aan dichter, essayist en medewerker van Ballustrada Lou Vleugelhof, die op 25 mei van dit jaar overleed. Nina van Tongeren (19) won in Dordrecht een poëziewedstrijd voor aankomende dichters (15 t/m 25 jaar) met haar in dit nummer opgenomen gedicht 'Ode aan de Biesbosch'.

 

Al met al is het weer een rijkelijk, fraai uitgegeven aflevering.