Wo

1

juli

Nieuwe poëzie van Degenaar

 

Portugese notities (4)

 

Die berg daar, messcherp gebeeldhouwd

naar wie je achteloos opkijkt

 

is een voorbeeldige vader, ook als

nacht of mist zijn aanzien aantast

 

Hij dramt niet als hij meent dat dingen

anders moeten en wil je niet behagen

 

hij zou je zelfs verraden

als dat jou beter paste

 

Zie hoe zijn duistere nachthemd

straks rooskleurig naar de goden wijst

 

Hij brengt vanzelf

je tot bedaren

 

 

Uit Extaze 30 (nr. 2, 2019) 

 

 

Zestien

 

Op een ongekleurde morgen

spoelden golven lente aan

omhelsden bomen, lieten knoppen

barsten die beloften predikten

schoorvoetend volgden de tuinen

 

Geknield naar zijn vlees snoeide

iemand zijn geest, op een balkon

kropen twee kauwen naar elkaar

bewegingen volgend van de dag

en de daken in hemelwater

 

Over de huizen joegen witte wolken

het duin lag voor de opvlucht klaar

van meeuwen en de zee beloofde

gouden tijden toen plots een angst

in alles doortrok, een weten werd

 

dat zelfs de liefde, de grote, onbaatzuchtige

haar glans verloor als leegte ons kwam halen

Zestien waren we, de strijd

om te zijn was begonnen

We kleedden ons uit

 

Uit Ballustrada 33/4-5, 2019

 

 

Nachtdrift

 

Een oude wind belaagt het huis

de sterren staan strak gespannen

we luisteren, vinden ons in elkaar terug 

 

Wat bijna ons teveel werd, aan liefde

aan verdriet, ebde in het late uitzicht weg:

het zwart omrande bos, de schemerhei

 

het zandpad dat van verre oplicht

de pagina’s van het boek

waarover onze ogen graasden

 

Later, in de dove nacht, de zachtdoffe

klap van dichtslaand ijzer: een mol die in

zijn levensdrift aan zijn laatste gang begon

 

En weer volstrekte stilte

de wind in de bomen

de maalstroom van de slaap

 

Uit Poëziekrant januari-februari 2020

 

 

Muze, de fameuze

 

Uit een tunnel kwam een vrouw

ze sprak een taal die ik niet

verstond, maar wel begreep

 

en waar ze liep, kleurden de bomen

bloeide alles naar haar toe

zongen op hoge takken vogels

 

tot ze voorbij was, het park vergrijsde

de tunnel in een mist verdween en

de dingen weer besloten lagen in hun naam

 

Ze komt als je er niet om vraagt

om winters te wreken met haar zoete geuren

het licht te breken in duizend kleuren 

 

 

Uit Liter 97 (maart 2020)

 

 

Nogmaals over geluk

 

There is no such thing as real happiness in life. The justest definition that was ever given of it was ‘a tranquil acquiescence under an agreeable delusion’. I forget where.

 

Laurence Stern

 

Op een lome junizondag, toen lindebloesem

de straten bewierookte en de buurman

aan de zwier ging met een Drentse

 

sprak ik de maandag uit - en het werd maandag

Verplaatsingen kwamen vroeg op gang en ik bluste

de broeihitte van mijn bedleven af met gestaar

 

naar de sterren, die op hun beurt zich lieten

verruilen voor een behapbaar bestaan

Leven, zo dacht ik, moet praktisch zijn

 

toen het al dinsdag was geworden, ik

het wereldleed stouwde in een handzaam

appje en de kosmos kooide in een koepelglas

 

Alle dagen dweepte ik met zingeving

superieure waarde die ik veelvormig kneedde

en dan opnieuw in het licht van het Al bezag

 

maar steeds als ik van alles de zin dacht

te vangen, trok een waas op voor mijn ogen

Pas toen ik daarin berustte, overviel me soms

 

een tinteling, zoals een vrouw

je kan betoveren in wie je

het kind dat je was, herkent

 

Uit Het Liegend Konijn 2020/1