Vr

21

april

Tirade 491 (april 2023) - Verboden stemmen

Het lijkt erop dat de censuur wereldwijd in allerlei vormen toeneemt en dat heeft vaak desastreuze gevolgen voor schrijvers en lezers. Dit vindt plaats in een tijd waarin er steeds oppervlakkiger wordt gelezen, waardoor de nuance, de diepgang ontbreekt in de discussies over wat wel en niet in een boek gezegd kan worden. Want hoeveel mensen kennen het literaire werk dat ze willen verbieden nu werkelijk?

Dit themanummer van Tirade over ‘verboden stemmen’ gaat over censuur, verbod, bedreiging en het verlies van autonomie in de literatuur. Op dit thema wordt gereflecteerd in essays van Ted van Lieshout, Ken Mangroelal, Thomas Heij en Emma Ringelding. PEN Nederland verzorgt een introductie tot ‘bedreigde dichters’ Serhiy Zhadan, Liu Xiaobo, Nedim Türfent en Vera Pavlova. Verder zijn er bijdragen van Sasja Janssen, Erik Rozing, Dmitri Bykov, Roelof ten Napel, Kerim Göçmen, een pleidooi voor het vrije woord en de illustraties van Loes Faber.

 

Bron: Uitgeverij Van Oorschot

 
 
GEDACHTEN ZIJN VRIJ
 
door Ingrid van der Graaf
 

In de onlangs verschenen Tirade staan alle bijdragen in het teken van ‘Verboden stemmen’, waarmee het reflecteert op de heersende angst- en cancelcultuur. Deze week nog stond er een interview met de Chinees Amerikaans Nederlandse schrijfster Jean Kwok in de Volkskrant. Zij vertelde dat haar boek, Girl in Translation /Bijna thuis uit 2010, in een schooldistrict in Pennsylvania op de zwarte lijst is terechtgekomen. In een jaar tijd zijn er in Republikeinse staten tientallen wetten aangenomen om scholen te beletten te praten over seks, gender, ras of slavernij, alle boeken die daarover reppen, worden weggehaald.

In haar voorwoord noemt Tirade redacteur en schrijver Anja Sicking enkele schrijvers die op Amerikaanse scholen verboden zijn. Schrijvers als Harper Lee, Margaret Atwood, J.D. Salinger en Toni Morrison. Onvoorstelbaar maar waar. Opmerkelijk in deze, schrijft Sicking, ‘dat vooral mensen die zich verder nooit publiekelijk druk maken over literatuur boeken willen verbieden’. 

Verdwijnende schrijver

In zijn bijdrage, ‘Langzaam verdwijn ik uit de tijd’, zoekt Ted van Lieshout naar een manier hoe zich te verhouden tot de huidige cancelcultuur.  Zorgwekkend vindt hij dat van een schrijver verwacht wordt diverser en inclusiever te schrijven maar wel volgens ‘de normen en waarden die door de ouders en verzorgers van die kinderen worden voorgeschreven’. Zo wordt de maker, de schrijver ingeklemd tussen vrijheid enerzijds en beperkingen anderzijds. Lieshout schrijft, ‘Ik merk dat mijn ideaal, het autonoom kunstenaar voor kinderen zijn, onder vuur ligt en ik ervaar dat als verlammend.’ Hij is een maker van kunst ‘die schuurt en aan het denken zet’. Deze schrijver die kinderen wil laten zien dat ‘kunst maken, áltijd beter is dan kapot maken.’, lijkt zich erbij neer te leggen. Zijn laatste zin, ‘Ik moet een pas opzij zetten en verder hoef ik alleen maar te zorgen dat ik niet wegkwijn’, stemt triest. Alsof de vrije, blije schrijver Lieshout op het punt van verdwijnen staat. Komt daarmee de titel van het stuk weer in beeld.

Bedreigde schrijvers

PEN Nederland is een schrijversorganisatie die opkomt voor bedreigde schrijvers ‘omdat een vrije samenleving niet kan bestaan zonder vrijheid van meningsuiting en vrijheid van literaire expressie.’ De organisatie presenteert verschillende dichters die in hun vrijheid beperkt worden. Van de Oekraïense dichter en essayist Serhiy Zhadan vertaalde Nina Targan Mouravi het gedicht ‘Vluchtelingen’. Job Degenaar en Annmarie Sauer vertaalden ‘Je wacht op mij met ‘t stof, voor mijn vrouw, die elke dag wacht’, een gedicht van de Chinese mensenactivist en dichter Liu Xiaobo die in 2017 in gevangenschap overleed.

De Koerdische journalist en dichter Nedim Türfent werd op zesentwintigjarige leeftijd voor het publiceren van een video over de mishandeling van bouwvakkers door de militaire politie van mei 2016 tot november 2022 gevangengezet. Van hem een titelloos gedicht, geschreven in gevangenschap en vertaald door Sytske Sötemann. De eerste zes regels luiden, ‘laat je hart, de aarde, elixer toedienen / aan de aderen vruchtbaarheid schenken aan de grond / uit de bronnen achter de berg Kaf. // laat het ook de aalmoes zijn / van de geoogste gewassen / de zilveren sleutel van het leven.’ 

Schrijven uit verzet

De Russische Vera Pavlova, uitgeweken naar Canada, schreef honderden anti-oorlogsteksten die veelvuldig werden gedeeld op social media. Nina Targan Mouravi vertaalde het titelloze gedicht met een zeer persoonlijke geluid. ‘En we schrikken ons lam, begrijpend / onder welke herder we leven. / Mogen onze vulling bekijken / in de bloedkuip van angst en beven, / in het tweestromenland verkwijnen’. 

Filosoof en schrijver Ken Mangroelal legt in zijn stuk ‘Van verbieden tot verbranden’ het boek Fahrenheit 451 van Ray Bradbury langs de lat van deze tijd. Het voelt van belang zoveel mogelijk regels waaruit de roep om een ommekeer klinkt, te citeren. Van Mangroelal deze, ‘De meeste verboden boeken hebben hun verbod overleefd en hebben zelfs de status van bestsellers verworven; ze worden alom gelezen, want de vrije geest laat zich niet censureren.’ Wat klinkt als een echo van het eeuwenoude lied, ‘Die Gedanken Sind Frei’.

Van dichteres Sasja Janssen het geweldige, qua omvang en inhoud, ‘Het gedicht en zijn Maximes‘, waaruit deze twee regels:
‘door zeggend te spreken: ze denken dat ik gek ben ik ben niet gek / een dichter is pas gek’.

Thomas Heij schreef het essay ‘Pletters, propagandisten en Poesjkin’, over de nieuwe censuurwetten in Oekraïne waar door de oorlog steeds meer Russische stemmen verboden werden. Maar ‘het lijkt erop’, schrijft Heij, ‘dat de Oekraïense boekenmarkt en Oekraïense literatuur er qua aandacht en interesse op vooruit zijn gegaan.’ 

Marko van der Wal schreef namens de redactie van Tirade het stuk ‘Tweeduizend namen zijn niet genoeg’, dat betrekking heeft op de actie rondom doodsbedreigingen aan Pim Lammers, en of dat werkt of niet, en dat het enige dat helpt, is te blijven schrijven. Met, ‘Alleen door te schrijven en te publiceren kunnen we voor onze vrijheden gaan staan en ons solidair verklaren met het lot van Pim Lammers.’, sluit Van der Wal zijn pleidooi voor het vrije woord af. Verder zijn er bijdragen van de Russische schrijver Dmitri Bykov, Erik Rozing, Roelof ten Napel, Kerim Göçmen, Emma Ringelding en de illustraties zijn van Loes Faber.
Mooi is dat Tirade, voor wie goed leest en het echt wil weten, antwoord geeft op de vraag wat vrijheid van meningsuiting ten volste betekent. En ja, koop deze Tirade als je de vrijheid van het woord wilt onderzoeken, dichterbij wilt laten komen.

 

Bron: Literair Nederland, 14.04.2023

 

 

VERDWIJNEN UIT DE TIJD

 

 door Mathijs Sanders

 

Deze week begon ik met de tweedejaarsstudenten Nederlands in Groningen aan de cursus over moderne Nederlandse letterkunde vanaf 1930. Leidend voor de komende zeven weken is de vraag hoe literatuur haar lezers engageert. Vandaag verkenden we drie posities aan de hand van gedichten van P.C. Boutens en Nine van der Schaaf (autonomie: de dichter als ziener), Henriëtte Roland Holst en Freek van Leeuwen (activisme: de dichter als strijder) en M. Nijhoff (aanpassing: de dichter als burger).

Nijhoffs ‘Nieuwe gedichten’ (1934) brengt het dilemma aan het licht van de schrijver die zich na de verworven literaire autonomie (in Frankrijk rond 1850, in Nederland rond 1880) moet bezinnen op de vraag: hoe verbind ik mijn werk aan de wereld van nu en straks, zonder de verworven onafhankelijkheid van literatuur op het spel te zetten? Welke aanpassingen aan de burgerlijke wereld – de wereld van kantoor, fiets, radio en bioscoop – zijn in crisistijd opportuun? Interessante reacties van studenten: iemand als Nijhoff had met zijn geld en zijn auto gemakkelijk praten over “arbeiders der fabriek aan de overkant” (het sonnet ‘De vogels’).

Het zijn vragen die niets aan actualiteit hebben ingeboet. Dat blijkt wel uit de zojuist verschenen aflevering van Tirade (nummer 491, april 2023) over ‘verboden stemmen’. Deze verzameling essays, verhalen en gedichten boeit van kaft tot kaft. Het meest geraakt werd ik door het korte essay van de schrijver Ted van Lieshout (1955), ‘Langzaam verdwijn ik uit de tijd’. Van Lieshout denkt na over wat hij nog vermag als schrijver van kinderboeken in deze tijd.

Ik merk dat mijn ideaal, het autonoom kunstenaar voor kinderen zijn, onder vuur ligt en ik ervaar dat als verlammend. Mijn ouder wordende geest en lichaam kunnen dat niet aan. Als ik mijn opvatting – dat ik in vrijheid alle kunst moet mogen maken die ik nodig en zinvol acht – wordt gedwarsboomd door sociaal maatschappelijke begrenzingen en taboes, dan kan ik mijn vak niet uitoefenen en is er sprake van een beroepsverbod. De term is te stellig en te kort door de bocht, maar ik gebruik hem expres om aan te geven dat ik eigenlijk sprakeloos ben over deze ontwikkeling, die in veel bredere zin gepaard gaat met het demonstratief veroordelen en zelfs vernielen van kunst.

Ted van Lieshout had al de nodige ervaringen met censuur (zijn roman Gebr. mocht dertig jaar geleden niet verschijnen in Spanje en Rusland), toen ook in Nederland van hem werd verwacht dat hij zich zou aanpassen aan de nieuwe moraal, of zou zwijgen.

Het vormen en vooral ventileren van een mening was niet moeilijk geweest (maar ook niet langer zonder risico). Wie heeft het recht om een schrijver het recht te ontzeggen zich te verplaatsen in een personage dat anders is dan die schrijver zelf? Dat is toch het wezen van literatuur en kunst? Censuur is toch hoe dan ook vernietigend, ongeacht de eventuele goede bedoelingen van opvoeders? Ted van Lieshout daarentegen zoekt de wijsheid in een ongemakkelijke slotalinea:

Ik heb me erbij neer te leggen. Want het is niet mijn toekomst waarvoor ze deze veranderingen willen, maar de hunne, dus moet ik niet in de weg gaan staan. Ik moet een pas opzij zetten en verder hoef ik alleen maar te zorgen dat ik niet wegkwijn.

In Groningen maakte Ted van Lieshout onlangs veel indruk met een prachtige, rustige voordracht uit eigen werk tijdens het festival Het Grote Gebeuren. Tijd voor een volgende uitnodiging.

 

Bron: Neerlandistiek, 20.04.2023