Wo

17

mei

TWEE GEDICHTEN VAN PIETER A. KUYK (1922-1999)

Houding

 

Als ik een been over het andere sla

een stofje wegblaas van mijn hand

aan mijn verschijning schaaf van

interessant, de ober wenk, doe

of ik aan heel iets anders denk

 

soms is er een kind voor nodig

gewoon een kind dat langs het raam

 

er is geen raam, er is geen kind

alleen mijn opgepoetste buitenkant

en een vrouw die zich vergaapt aan wind

 

 

Als twee bergmeren

 

Geografisch mooi bijeen; in ’t steen-

massief volmaakt gescheiden; samenbeeld

alleen voor vogels vanuit hoge nesten en

hun een zorg daar

 

elkaar de mythe van een overzijde

 

 

Uit Kleurval, De Beuk, Amsterdam 2000