Houding
Als ik een been over het andere sla
een stofje wegblaas van mijn hand
aan mijn verschijning schaaf van
interessant, de ober wenk, doe
of ik aan heel iets anders denk
soms is er een kind voor nodig
gewoon een kind dat langs het raam
er is geen raam, er is geen kind
alleen mijn opgepoetste buitenkant
en een vrouw die zich vergaapt aan wind
Als twee bergmeren
Geografisch mooi bijeen; in ’t steen-
massief volmaakt gescheiden; samenbeeld
alleen voor vogels vanuit hoge nesten en
hun een zorg daar
elkaar de mythe van een overzijde
Uit Kleurval, De Beuk, Amsterdam 2000