Stichting Achterland, uitgeverij van talloze bloemlezingen waarin poëzie en maatschappij onder de leiding van dichter Jan-Paul Rosenberg succesvol worden verbonden, organiseerde de Laaglandse Archeologie-poëziewedstrijd 2021. Dichters verdiepten zich in een archeologisch thema en lieten zich hierdoor inspireren. Het aantal inzendingen bedroeg plm. 400 gedichten. Op 26 november 2021 vond de bekendmaking plaats in de intieme, historische Mannenzaal in Amersfoort. De bundeling van de bekroonde werken is een prachtig verzorgde uitgave geworden, met financiële hulp van diverse fondsen. Van harte gefeliciteerd, prijswinnaars en genomineerden!
Juryrapport van de Laaglandse Archeologie-Poëzieprijs 2021
Schaduwen en spechten
Als jury waren we diep onder de indruk van de manier waarop het graven in het verleden originele
gedachten opriep over het heden, verbaasden we ons een enkele keer over de vele inzendingen die
niet over archeologie maar over architectuur gingen en kwamen tot de aangename constatering dat
de archeologen in de gedichten best vaak vrouwelijk waren. Soms wilde een dichter iets te veel
uitleggen of hielpen rijmdwang en geforceerde enjambementen een gedicht onherroepelijk naar
de gallemiezen. Daartegenover stonden puntgave sonnetten, pennen met de precisie van scalpels
en scherpe vondsten als “spechtenspervuur” en “aalscholversbataljon”.
Uit de bijna 400 gedichten die werden ingestuurd, kozen we een top 20 en een top 3. Op de derde
plaats kwam het gedicht met het eerdergenoemde “aalscholversbataljon”. Dat sonnet met de wonderlijke titel ‘Wachtgebouw A’ had een prettig ritme en kende een speels contrast tussen toen en nu. De jury bewonderde de manier waarop militaire begrippen met de dierenwereld verweven werden en bleef tot aan het einde meer dan geboeid.
‘Sedimenteren’ verdiende volgens ons de tweede prijs. Door de prikkelende stelling “herinneren is
niets meer en niets minder dan ophalen wat je denkt dat van jou / is geweest” werden we meteen
aan het denken gezet. Daarnaast bevatte het gedicht een interessante combinatie van de thema’s
archeologie en intimiteit, buiten- en binnenwereld. ‘Sedimenteren’ kent verder een gewaagde
compositie met herhalingen die het thema van de lagen versterkt en het gedicht een beklemmend
karakter geeft.
De eerste prijs gaat naar ‘Grafheuvels’, een beeldend en sfeervol gedicht met een zeer originele
gedachtegang die het persoonlijke overstijgt. Bovendien zorgt het subtiele gebruik van rijm, de
muzikale zinstructuur en de gedegen opbouw ervoor dat ‘Grafheuvels’ prettig leest. Fijn vonden we
ook hoe de beschrijving van lijkschaduw (de technische term is volgens een van de juryleden
‘lijksilhouet’) via vlek naar meisje gaat en daarmee steeds concreter en vooral menselijker wordt.
Na het lezen van deze gedichten zullen we nooit meer op dezelfde manier in de dorpen of
steden waar we wonen over de aarde lopen. Die aarde, waarop we altijd “maar één stap verwijderd” zijn van de wildernis, bestaat vanaf nu uit lagen oude levens , liefdes en beschavingen. Daar danken we de dichters voor.
Tsead Bruinja
Job Degenaar
Marie-France van Oorsouw
Merel van Slobbe
Eerste prijs: Erwin Hurenkamp - Grafheuvels
We waren maar één stap verwijderd van de wildernis
en dat wisten we. De kunst was om een graf te bouwen
en het terug te vinden - wat geweest is was een weg
die we anders kwijt zouden raken. We schoolden ons
in het onderscheiden van grondsoorten en groeven
wel eens iets op, gingen bij onze voorgangers
te rade. Tussen aarde en as in
de verkleuring: een lijkschaduw zei je, eigenlijk
niet meer dan een vlek en dan te weten
dat ze hier moet hebben gelegen:
een meisje en wat er door haar handen ging
de giften. We leren dat een lichaam pas begint
te bestaan als het contouren krijgt
en wat voorafging is erin vergaan.
Plantaardig materiaal, vezelverbindingen
het vlezige - wat overbleef een schim
en kiem inéén, een schok. Wat we opgraven
vergaat en wat er was komt pas op gang.
Tweede prijs: Eke Mannink - Sedimenteren
Herinneren is niets meer en niets minder dan ophalen wat je denkt dat van jou
is geweest. We vonden vuurstenen, een vuistbijl – daarna groeven we een hoektand
van een zwijn op - het verhaal was nu begonnen. Dus we kropen bij elkaar.
Sinds ik je ken, vormen zich lagen: onder ons en tussen ons en boven ons
en achter ons ja, ín ons zelfs ontstaan ze. Lagen zachtheid, lagen veerkracht,
lagen vol herinnering en lagen herinterpretatie van wat was en van wat nog
zou kunnen komen. Lagen hartstocht, lagen warmte, lagen lang gekoesterd samen,
lagen liggen, lagen zoeken, lagen gekte, lag en lach. Lagen neurosen, lagen meetbaar,
lagen sfeer en lagen nu. Lagen verwondering en lagen vrij van pijn. Fossielen
zijn we, overblijfselen. Herinneren is niets meer en niets minder dan ophalen
wat je denkt dat van jou is geweest. Lagen verwondering en lagen vrij van pijn.
En daarom laag op laag op laag op laag op laag op laag met jou te willen zijn.
Wachtgebouw A zegt al meer dan honderdvijftig
jaar 1870. Houdt herinneringen levendig
aan de gietijzeren tijd dat de Pruisen maar niet kwamen
en de vergeefse weerbaarheid tegen hun nageslacht.
Ruigenhoek drijft als het If van Utrecht in zijn
gracht. Al lang niet meer paraat om te inunderen,
noch te mitrailleren. Enkel spechtenspervuur
resoneert. Gul begroeide bomen staan er nu op wacht.
Dassenkazemat, kazerne van het eerste reigersregiment
en een aardig aalscholversbataljon, bastion van
ooievaars, bolwerk van de bosuil en de vos
waar het leven is gelegerd, overwoekert wat ooit was.
Waar een ijsvogel laag over het water ijlt, oogverblindend
blinkendblauwe kogel. Verkenner eerste klas.
De overige genomineerden waren: Thom Schrijer, Rik Dereeper, Nelson Morus, Annet Zaagsma, Anneke Wasscher, Nico Keuning, Rita van Hauwermeiren, Geert Viaenen, Rob Boudestein, Rikkert Zuiderveld, Ien Verrips, Maaike van Steenis en Paul Meeuws.