Thorleif

Beeld en poëzie

THORLEIF

Goede poëzie vertelt altijd een verhaal, zelfs als een gedicht uit een taalspel van onherkenbare klanken bestaat en het veronderstelde relaas hoogstens indirect aanwezig is. Job Degenaar (1952, Dubbeldam) heeft dat begrepen en vertelt bij al een eeuw oude foto's van Thorleif Pedersen Cooke (1878-1950) meer verhalen dan hier weergegeven kunnen worden. In elk geval is er het perspectief op het zich met automobielen, stoomtreinen, houten vliegtuigjes en lage wolkenkrabbers ontsluitende Amerika, waar Cooke lang woonde. Niet alleen plaatst hij de tragiek van de verloren en in shows verwrongen inheemse cultuur tegenover de westerse techniek, ook legt hij in strofen vast hoe toonbeelden van modern vernuft op hun beurt in antiek teloorgingen. Degenaar vangt dergelijke stevige tegenstellingen in fascinerende teksten met ons eigen modieuze stempel: "Een eeuw later en de foto was rondgeappt / verkruimeld in een digitaal heelal." Elk gedicht is een oproep buiten het ‘hic et nunc’ tijd te nemen voor verruimend taalgenot, reflectie en, last but not least, zelfonderzoek.
(Albert Hagenaars voor NBD Biblion)

 

 
THORLEIF. BEELD EN POËZIE  Door Teunis Bunt (gepubliceerd in Bunt Blogt)
Thorleif Sverre Pedersen Cooke (1878 - 1950) was een Noorse amateurfotograaf. Via diens kleinzoon kreeg Job Degenaar het fotografisch materiaal in handen. Hij schreef er twintig gedichten bij en maakte van de foto's en de gedichten een boekje: Thorleif.

In een halve pagina vertelt Degenaar het leven van Thorleif: hij vertrok van Noorwegen naar Amerika en werd op eenendertigjarige leeftijd geadopteerd door zijn hospita Mary Jane Cooke uit Cambridge (Massachusetts). Hij nam haar achternaam aan en erfde na haar dood haar vermogen. In 1923 keerde Thorleif terug naar Noorwegen met vrouw en pasgeboren kind. Hij kocht een garage, die hij bijna tot aan zijn dood runde.

Wie op het internet naar Thorleif gaat zoeken, komt weinig meer tegen. Hij kwam uit een groot gezin, waarvan hij een van de oudste kinderen was. In een  document komt zijn vader voor, met een lijstje van de kinderen. Toen waren er blijkbaar nog maar zes. Het zouden er acht of negen worden. Thorleifs zusje Gudrun Hjördis, van wie een foto in Degenaars boekje staat, zou pas in 1889 geboren worden.

 


Ongetwijfeld weet Degenaar veel meer over Thorleif. Dat vertelt hij ons allemaal niet. Hij beperkt zich tot de foto's die Thorleif maakte en toont daarnaast (door Degenaar gemaakte?) foto's van de glasplaten die Thorleif gebruikte.

Thorleif had belangstelling voor techniek. Hij fotografeerde auto's, vliegtuigen, schepen, treinen. En hij maakte een stel foto's bij de Wild West Show van Buffalo Bill. De foto's dateren van 1911 tot 1913. Ook experimenteerde hij  met trucfoto's waar hij twee keer op stond.

Thorleif is een mooi boekje geworden, waar je gemakkelijk doorheen bladert. De grijzige foto's roepen een tijd op die lang voorbij is. De gedichten die Degenaar erbij heeft geschreven laten ons  nog eens goed naar de foto's kijken. Maar dat niet alleen.

Uit de gedichten wordt duidelijk dat Degenaar steeds in de foto's Thorleif gezocht heeft. Hij spreekt hem ook geregeld rechtstreeks aan.  Dat doet hij bij foto's waar Thorleif op afgebeeld staat, maar ook bij foto's waar hij zich de positie en de omstandigheden van de fotograaf probeert voor te stellen.
De gedichten zijn wat wisselend van kwaliteit.

 

1910 Selden Model 35 Tourer
 
Je loodste je het liefst door zomers
in zachte pluche, met dungejurkte
vrouwen naast je, in het zachtgroene
strijklicht van bossen, het leven
een road movie en jij de hoofdpersoon
 
De wereld zinderde langs
je tegenspelers laafden zich aan je
zoals jij aan hen
de toekomst glansde je toe
op het zonnegoud van de wegen
 
Hoe anders toen je nog langs de mistige
fjorden voer, 'vaarwel vaderland, vaarwel
armoe': als een hond uit het water
schudde je eenzaam maar vrij
je verleden van je af

 

In dit gedicht zitten wel erg veel 'effectwoorden': zachte, zachtgroene, zinderde, glansde, zonnegoud. In mijn ogen doet dat wat gemakkelijk en misschien zelfs wel kitscherig aan. Maar de vergelijking met de hond vind ik weer heel aardig.

Maar eigenlijk doet het er niet zoveel toe of de ene regel nu net iets geslaagder of minder geslaagd is. Door de hele bundel heen voel je de aandacht waarmee Degenaar naar de foto's en de maker ervan gekeken heeft. Thorleif Sverre Pedersen Cooke is zo ongeveer verdwenen, maar Degenaar wekt hem weer even tot leven.

Er zit weemoed in het boekje. Omdat we foto's zien van wat voorbij is en moeten concluderen dat n dat ook wijzelf voorbijgaan. Het gedicht 'Nu en hier' maakt dat goed duidelijk.

 
Nu en hier
 
Geen grotere uitzinnigheid
dan vrij het water in, de oceaan
is eindeloos als dit leven hier
 
Straks is alles passé, ben je
een schim van wie je was
blader je met bevende vingers
 
door je droge plaatjes, blijft
je hand hier even dralen: ach
hoe mooi en bitter lang geleden
Thorleif in gezelschap van zijn zus en zijn toekomstige vrouw


Die 'je' is Thorleif, maar tegelijkertijd is het de lezer en waarschijnlijk ook de dichter. Ooit werd fotograferen wel 'vereeuwigen' genoemd, maar Degenaar laat zien dat foto's maar een machteloze poging om de tijd tegen te houden. Op het vastgelegde moment lijkt het leven eindeloos als de oceaan, maar uiteindelijk gaat alles voorbij.

 

 
'Met 'Thorleif' breidde Job Degenaar zijn oeuvre uit met een pareltje.' (Bert Bevers in Le Blog de CDR-Mededelingen en in De Boekhouding, Vereniging Vlaamse Letterkundigen).       
 
'Degenaar speelt een mooi en ernstig spel met het begrip 'vereeuwigen'. Hij wendt zich tot de fotograaf, 'weer op weg naar een volgende eeuwigheid' en vraagt zich af: 'Geef jij mij een duurzaam heden/ ik jou voeten in de tijd?' Ja, zolang het duurt. Thorleifs levenswerk kwijnde in vochtige dozen in een zomerhuis aan de Oslo-fjord, 'verbleekt, verweerd, als wij/ om niet meer aandacht vragend dan/ de schemer der vergetelheid.' Maar werd er door een dichter, ver weg in tij en op een andere plaats, voor even aan ontrukt  (Eppie Dam in Dagblad van het Noorden, 03.07.2015)
 
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: een fijne nieuwe bundel is Thorleif van de productieve Job Degenaar. Vijf jaar geleden zag Handkussen van de tijd het licht, een bloemlezing uit zijn eerste zeven bundels, die een jaar later reeds een tweede druk beleefde. Kom daar nog maar eens om in de poëzie.
Dit jaar verschenen de drietalige poëziebloemlezing Achtzig van de 80-jarige Duitse dichter Reiner Kunze, waarvan hij de samenstelling en de Nederlandse vertaling voor zijn rekening nam, en het beeldverhaal Het orakel van Parijs, dat hij schreef bij illustraties afbeeldingen van Monica Maat.
Voor Thorleif liet de sympathieke Job Degenaar (° 1952) zich inspireren door fascinerende tijdsbeelden die dik een eeuw geleden werden gemaakt door de naar de Verenigde Staten geëmigreerde Noorse fotograaf Thorleif Sverre Pedersen Cooke (1878-1950). Die Engelse achternaam dankte hij aan Mary Jane Cooke uit Cambridge, Massachusetts, een kinderloze weduwe die hem adopteerde toen hij nota bene reeds 31 was. Zij liet hem een vermogen na, hetgeen hem in staat stelde te reizen en te fotograferen. Degenaar raakte in de ban van wat Thorleif zoal op droge glasplaat vastlegde, en schreef er 20 gedichten bij. Het is immer een heikele onderneming om iets te schrijven bij bestaand beeld, maar Degenaar is er schijnbaar moeiteloos in geslaagd om tot autonome verzen te komen, die je toch net weer iets anders leest wanneer je de foto’s bekijkt die er de aanleiding toe waren. Die je dan ook weer net iets anders beziet wanneer je de gedichten hebt gelezen die er bij werden geschreven. Een en ander levert een fraaie caleidoscopisch spectrum op. Bij een opname van de fotograaf (die geregeld met de zelfontspanner in de weer was) met zijn zus en verloofde op Revere Beach Boulevard (het eerste openbare strand) schreef Degenaar Nu en hierGeen grotere uitzinnigheid / dan vrij het water in, de oceaan / is eindeloos als dit leven hier //  Straks is alles passé, ben je / een schim van wie je was / blader je met bevende vingers // door je droge plaatjes, blijft / je hand hier even dralen: ach / hoe mooi en bitter lang geleden.
Mooi ook (uit Terugblik uit een later eeuw): Verwonderd bezie je de wereld waaruit je / komt, gaat en in het niets verdwijnt. Of: Geef jij mij een duurzaam heden / ik jou voeten in de tijd? (uit Woord vs. beeld). Verder zetten automobielen, zeppelins, vliegtuigen en spoorwegarbeiders de pen van de dichter in beweging. Maar ook stadsgezichten van New York, indianen en het huis waarin Thorleif woonde. Ontroerend mooi is de Optocht der olifanten, een gedicht dat eindigt met En niemand van ’t geamuseerd publiek / die hun radeloosheid voelde // toen ze verdreven werden / uit hun bossen, hun zachtgroene steppen / en naar dit stenen decor verscheept.
Met Thorleif breidde Job Degenaar zijn oeuvre uit met een pareltje.

Thorleif – Beeld en poëzie, Job Degenaar, Uitgeverij Liverse, Dordrecht, 2014, ISBN 9 789491 034442

(Bert Bevers in De Boekhouding - Vlaamse Vereniging van Letterkundigen)

 

2014

uitgeverij Liverse, EUR 14,95

ISBN: 9789491034442